Agro-ecologische boeren
De pilot
Het KPI-K-project heeft als doel om een dergelijke gemeenschappelijke meetmethode te ontwikkelen. Hierbij gaat het niet alleen om het definiëren van de juiste meeteenheden (KPI’s), maar ook om het inventariseren en invullen van de randvoorwaarden die nodig zijn om te komen tot een in de praktijk werkend geheel (operationalisering) en het verkennen van de mogelijkheden voor toepassingen binnen beleid, ketens en gebiedsprocessen. Een belangrijk uitgangspunt is dat waar mogelijk wordt aangesloten bij bestaande initiatieven.
Agro-ecologische boerenbedrijven hebben inherent in hun bedrijfsvoering de doelstellingen achter de KPI-K kernset verweven. Echter, zij maken momenteel veelal geen aanspraak op GLB-gelden en zijn slecht in beeld. De brede ecologische en maatschappelijke bijdrage die agro-ecologische bedrijven hebben voor de samenleving blijft op deze manier onzichtbaar en onbeloond. De aanname is, dat agro-ecologische boeren vanuit hun visie en werkwijze hoog scoren op de set van KPI-k indicatoren zoals deze momenteel is ontwikkeld. De vraag is hoe dit in de praktijk uitpakt, en ook of de gegevens überhaupt beschikbaar zijn op een coherente manier. Dit wordt in kaart gebracht op 24 bedrijven (Community Supported Agriculture (CSA)-bedrijven, Biologisch Dynamische bedrijven en Toekomstboeren).
In het kiezen voor indicatoren schuilt een gevaar dat de wens tot het stimuleren van gewenst gedrag verwordt tot het bereiken van hoge scores op indicatoren. Door de meting van indicatoren onderdeel te maken van een systematiek van collegiale toetsing kan dit mogelijk worden voorkomen. Bij collegiale toetsing bezoeken boeren elkaars bedrijven en wordt er gestimuleerd om kritische en opbouwende feedback te geven om elkaar op deze manier te steunen bij de verduurzaming. Hiermee komt de focus niet te liggen op het behalen van doelen maar om het gezamenlijk leren en ontwikkelen; boeren positieve prikkels geven op integrale aanpak van groene doelen. In het betrekken van boeren in het proces zoals collegiale toetsing, is er ruimte om door middel van het ontwikkelen van gemeenschappelijke taal, het spanningsveld te onderzoeken. Het spanningsveld tussen type indicatoren, meetbaarheid en leervermogen van boeren; de data moeten instrumenteel zijn aan het veranderproces.
Het onderzoek focust zich op ‘groene’ duurzaamheidsdoelen binnen bredere duurzaamheidsvraagstukken. De brede welvaartsprincipes en de hiermee gepaard gaande vragen omtrent sociale cohesie, culturele inclusie, gezondheid, stad-landrelaties, etc. etc. worden niet specifiek onderzocht, ondanks hun heldere relatie met groene doelen. Juist bij agro-ecologische bedrijven is deze -kunstmatige- scheiding lastig te maken. De bedrijven worden gedragen door de gemeenschap, ontwikkelen zich in co-creatie met de directe omgeving en ontlenen daar hun bestaansrecht én levensondernemersschap aan. Deze brede welvaartsprincipes en de relatie tot de meer ecologisch-georiënteerde KPI-K indicatoren wordt daarom in deze gecombineerde toepassing wel meegenomen.
Hoofdvraag pilot
Hoe scoren agro-ecologische boeren op de KPI’s?
Welke hiaten zien agro-ecologische boeren in de huidige KPI-K systematiek m.b.t. integrale bedrijfsbenadering?
Wat kan het proces van collegiale toetsing' betekenen voor het KPI-K project?
Omgeving
Meer informatie
Heb je een vraag?
Meer pilots
Blijf op de hoogte
Via de nieuwsbrief blijft u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Dit kun je verwachten: Hoe kunt u als boer zelf aan de slag? Hoe zitten beloningssystemen in elkaar? Hoe wordt in de pilots met data omgegaan? Hoe zorgt het Ministerie voor integraal beleid?