"De verschillen tussen diverse KPI-initiatieven zijn kleiner dan de overeenkomsten."
Dit vertelde Joan Reijs de aanwezigen bij KPI-Live van 6 april over “Routekaart, wat waar en wie bij BoerenKPI?”. Projectleider Reijs, onderzoeker bij Wageningen Universiteit, liep met ons door de nieuwste publicatie, een samenvattend overzicht van de stand van zaken. De onderzoekers binnen BoerenKPI maakten dit overzicht op verzoek van LNV, naar aanleiding van vragen als: waarom zijn er meerdere KPI initiatieven?, en: wat kunnen we op dit moment al met BoerenKPI?
Sturen met KPIs
Reijs: “Er zijn ambitieuze doelen op het gebied van klimaat, bodem, water en biodiversiteit, zowel bij overheden als bedrijven. Maar wat wordt verwacht van boeren op bedrijfsnivo, en hoe maak je het meetbaar? Hoe voorkom je versnippering en hoge transactiekosten? Dit hebben we beschreven in deze publicatie, als actuele stand van zaken.”
In de publicatie staat zo kort mogelijk beschreven wat KPI’s zijn, en waarom een ‘integrale set’ belangrijk is. Eerst staan de KPI’s uit BoerenKPI opgesomd, daarna volgt een vergelijkend schema met ándere KPI initiatieven. Eén van de aanleidingen voor deze publicatie was de presentatie van de Biodiversiteitsmonitor Akkerbouw en de angst dat sprake zou zijn van een wildgroei aan KPI’s. Maar daar is geen sprake van. De hoofdboodschap is: er is veel overlap en vaak worden ook precies dezelfde kpi’s gebruikt. Het BoerenKPI initiatief is het meest uitgebreid, want de meeste andere initiatieven dekken niet alles. Dat verschil is er omdat KPI-k dekkend wil zijn voor zowel alle doelen zoals LNV die geformuleerd heeft, als voor alle landbouwsectoren.
Verder staat het werk aan een integraal dashboard beschreven, voor de terugkoppeling van scores op KPI’s aan de betreffende boeren. Uiteindelijk moet het vergroten van inzicht aan de basis staan van duurzame aanpassingen. De ambitie is dat de KPI-kernset door meerdere partijen -dus publiek, op verschillende niveaus, en privaat- gebruikt gaat worden en daarmee de universele basis is die het ‘stapelen van beloningen’ mogelijk gaat maken.
Toepassingsvormen en ontwikkeling
De kernset kan toegepast worden binnen provincies, zoals nu al in met name Drenthe en Brabant, maar zou uiteindelijk ook verankerd kunnen worden in het Nationaal Programma Landelijk Gebied en het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Reijs: “Als project vormen ze een basis, waar elke toepassingsvorm uit kan putten. Dat partijen zelf hun eigen instrumenten moeten formuleren, dat is onoverkomelijk. Als consortium bieden we de basis, maar er is meer nodig.”
In de publicatie staat ook de focus voor de komende tijd, te weten: ‘data en dashboard’, ‘melkvee en akkerbouw’ en de ‘doorontwikkeling op inhoud’. Reijs: “Er zijn ook dingen die we als project niet alleen kunnen. Het verder verkennen en concretiseren van toepassingsvormen moet echt samen met anderen. De omliggende ICT-infrastructuur is nodig. En het is vooral nodig afspraken te maken over ‘good governance’, de regels over wie beslist over het vervolg, de inhoud, rekenregels en drempelwaarden. Het is een continu proces.”
Praat mee op het forum!
Heb jij een goed idee of wil je bijdragen aan de discussie?
Ook in deze serie
Blijf op de hoogte
Via de nieuwsbrief blijft u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Dit kun je verwachten: Hoe kunt u als boer zelf aan de slag? Hoe zitten beloningssystemen in elkaar? Hoe wordt in de pilots met data omgegaan? Hoe zorgt het Ministerie voor integraal beleid?