Toer langs de KPI-kernset: stikstof onder de loep
Stikstof, maar waar hebben we het over?
Deze KPI-Live bijeenkomst zoomden we in op stikstof. Joan Reijs nam ongeveer dertig deelnemers mee in vragen als: Welke stikstof KPI's hebben we? Waar zit het verschil tussen stikstofbedrijfsoverschot en stikstofbodemoverschot? Hoe werken doelen, KPI's en maatregelen op elkaar in? Wat is het ontwikkelpad van deze stikstof KPI's? Door de vele vragen van onze betrokken KPI-Live kijkers was het interactief en leerzaam. Hierbij een samenvatting.
Hoewel de KPI-kernset integraal, dus over de volle breedte, toegepast moet worden om duurzaamheid te meten, kijken we vandaag bij uitzondering specifiek naar enkel stikstof. In de kernset zijn drie KPI’s die over stikstof gaan: stikstofbedrijfsoverschot, stikstofbodemoverschot en ammoniakemissie (zie het plaatje hieronder).
Waarom is ervoor gekozen deze drie te nemen en niet één?
Het bedrijfsoverschot is een eenvoudige balans: totale aanvoer minus totale afvoer, de rest is overschot. Bij een akkerbouwbedrijf of een hokdierbedrijf is dit relatief eenvoudig: grijze pijlen, óf groene pijlen in het plaatje. Bij een graasdierbedrijf zoals een melkveebedrijf gaat het om groene én grijze pijlen, bovendien komen daar nog interne stromen N bij, die het ingewikkelder maken.
Door de verschillende N-stromen apart te kwantificeren zie je waar de verliezen plaats vinden. Dit is van belang als je resultaat wilt boeken: dan is begrip juist precies op dit soort detailnivo waar je verschil kunt maken met je management als boer. Daarom is er voor gekozen ook N-bodemoverschot en ammoniakemissie mee te nemen. Het nadeel is dat er inputdata nodig zijn die minder betrouwbaar zijn.
Dit is misschien wel het grootste dilemma waar Joan en collega’s zich voor geplaatst zien: eenvoud versus precisie. Daarom is voorlopig gekozen om alle drie de stikstofindicatoren te behouden in de kernset. Gelukkig is in de meest ingewikkelde sector, melkvee, hier al veel uit de kringloopwijzer te halen.
Doelenboom wordt er niet eenvoudiger op
Hoe helpt een kleiner stikstofbodemoverschot mee aan de doelen? Op meerdere manieren, dat is getoond in onderstaande deelweergave van de KPI doelenboom. Ook is duidelijk dat maatregelen op het landbouwbedrijf vrijwel altijd doorwerken op meerdere doelen.
KPI’s niet los te zien
Joan Reijs toonde ook een paar voorlopige resultaten van boerenbedrijven. Een van de inzichten daaruit is: Om over de breedte van de indicatoren steeds gemiddeld of beter te scoren, is slechts voor enkele bedrijven weggelegd. Oftewel: bijna ieder bedrijf heeft wel ergens een onvoldoende. Referentiewaarden blijken daarmee vaak ‘onverwacht ambitieus’, zelfs als je per indicator uitgaat van landelijke gemiddelde waarden. Het blijkt weer duidelijk, voor duurzaamheid draait het om de hele set.
Belangrijkste: Wat betekenen de cijfers in dit gebied?
De KPI-scores zeggen iets over de prestatie van een bedrijf, maar dat zegt nog niks over het bereiken van doelen op gebiedsnivo. Als er veel bedrijven zijn in een kwetsbaar gebied, kan dat té veel zijn, zelfs al scoren ze allemaal goeie cijfers. De dialoog over wat haalbaar en wat wenselijk is in een gebied en welke keuzes je maakt, collectief, over hoe je die doelen gaat halen, moet nog altijd gevoerd worden. Een aanpak die kan helpen die keuzes te maken is het Markemodel, een soort gebiedsraad vanuit een netwerk van verantwoordelijke partijen. De hoop is dat een de KPI-aanpak gaat helpen om die gesprekken kwalitatief op een hoger nivo te brengen.
De presentatie van Joan Reijs nog eens bekijken? Download hier:
Wim van Dijk geeft in de volgende video kort de berekeningswijze weer van
Stikstofbalans (stikstofbedrijfsoverschot en stikstof bodemoverschot)
Fosfaatbalans
Broeikasgasemissies
Bodemorganische stof
Blijf op de hoogte
Via de nieuwsbrief blijft u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Dit kun je verwachten: Hoe kunt u als boer zelf aan de slag? Hoe zitten beloningssystemen in elkaar? Hoe wordt in de pilots met data omgegaan? Hoe zorgt het Ministerie voor integraal beleid?